De dagen van de bluegrassliefde

In deze vijfde druk van Edward Van de Vendels 'De dagen van de bluegrassliefde' maken we kennis met de achttienjarige Tycho. Hij sluit zich aan als monitor op een Amerikaans jeugdkamp. Daar leert hij Oliver kennen, een Noor die even voetbalgek is als de Nederlandse Tycho. Wat volgt, is een zomer vol ontdekkingen, zoals zo herkenbaar is voor veel achttienjarigen die proeven van de vrijheid na het afronden van hun middelbare studies. Tycho en Oliver geven aan het woord ontdekking echter nog een andere betekenis; na een intense vriendschap ontstaat er verliefdheid, die subtiel beschreven wordt door Van de Vendels pen. De relatie staat nooit overdreven op de voorgrond, wat de terughoudendheid van de hoofdpersonages mooi weerspiegelt. Sensatie uit de klassieke probleemroman is hier ver te zoeken. Veel jongeren zullen in Oliver en Tycho's verhaal een herkenbaar relaas ontwaren, zeker degenen die ook worstelen met hun geaardheid. De roman is niet zwaar op de hand, hij tintelt en bruist zoals de zomer waarin hij zich afspeelt.
Deze roman werd al voor de vijfde keer herdrukt en verscheen voor het eerst in 1999, toch een tijd waarin nog niet veel over een dergelijk thema geschreven werd. Ook nu is het verhaal nog actueel, zo blijkt. Er zijn nog twee andere boeken waarin Oliver een rol speelt, in willekeurige volgorde te lezen.