De garage

Flapjesboek voor autofans

Brombeer is garagist. Hij wil zijn auto repareren maar hij vindt zijn helpers niet. Hij kijkt onder de motorkap van de takelwagen achter de eerste deur, onder het zeil met de sportwagen en in de wagen. In de benzinepomp vindt hij Muis: hij slaapt. Brombeer kruipt achter het stuur van de sportwagen. Hij doet het dak omlaag, maar de motor maakt een vreemd geluid. Muis doet de koffer open en ziet een grote groene staart. Hij opent de motorkap en daar zit Mister Kroko. Brombeer is boos. Hij zet zijn helpers aan het werk maar die hebben er blijkbaar niet veel zin in, want Muis ligt weer te slapen. Ze krikken de auto omhoog - de bladzijde springt nu dubbel in de hoogte uit het boek - en kijken wat er in de motor zou kunnen zitten. Muis zit nu heel hoog, hij kan niet meer op de grond komen. Voor ze een testritje gaan maken nemen ze gereedschap mee. Onder de flapjes kan je zien wat er in de dozen en de gereedschapskist zit. In het drukke verkeer zien ze rare voertuigen en ook een geldtransport gekaapt door overvallers. Beer drijft de snelheid op, maar als je schuift, zie je rook uit de motorkap komen. Gelukkig komen Kroko en het vogeltje Titi Piaf hem takelen. Maar waar is Muis?
Dit boek moet het vooral hebben van de vele flapjes. Er is meer aandacht voor boekarchitectuur dan voor het verhaal. De illustraties zijn robuust. Hoelang de flapjes het zullen houden, is een vraagteken.