De jongen die niet gaat verhuizen
De familie van Hessel wil verhuizen of - beter gezegd - de ouders van Hessel willen verhuizen. Een nieuw huis aan de andere kant van de stad staat klaar. Hessel wil echter niet mee. Zo Ver weg gaan wonen van zijn beste vriend Berker wil hij niet en een nieuwe school spreekt hem niet meteen aan. Samen met zijn vriend besluit hij om weg te lopen en een eigen plek te vinden. Met hun koffer gaan ze op weg, maar al snel krijgen ze honger. Heeft er iemand eten bij zich? Later ontmoeten ze Piya, een meisje uit een gezin van vluchtelingen, die in een kerk woont. Zij heeft helemaal geen huis. Dat brengt Hessel op een idee ...
In deze tijden waarin vluchtelingenstromen een dagelijks nieuwsitem vormen, haalt Marian De Smet dit thema dicht bij de leefwereld van kinderen. Het hoofdpersonage dat aanvankelijk geen zin heeft om te verhuizen naar een ruimer en comfortabeler huis wordt plots geconfronteerd met de realiteit van leeftijdsgenoten die helemaal geen huis hebben. Terwijl met man en macht wordt gezocht naar Hessel die al enkele uren weg is van huis, gaat de vader van Piya in hongerstaking. Jammer dat er enkel voor Hessel een blij weerzien is op het einde van het boek en een happy end voor het vluchtelingenmeisjes niet lijkt weggelegd. Of is dat nu net hoe het er in de echte wereld ook aan toe gaat? De illustraties in zwart-wit zijn van de hand van Mattias De Leeuw.