De kok die niet koken kon

Meneer Taffelman is een kok die in een herberg woont. Maar hij kan helemaal niet koken. Steeds opnieuw zet hij zijn klanten zwartverbrande kip voor. Zijn klanten pikken dat niet en gaan boos weg. De zaken gaan zo slecht dat hij eraan denkt zijn herberg te verkopen. Ten einde raad trekt hij naar de tovenaar boven op de berg. Voor zijn laatste goudstukken krijgt hij een recept. En het lijkt te lukken: zodra de kip in de pot steekt, gaat alles vanzelf. De arme herbergier valt van uitputting in slaap. Maar als hij wakker wordt, ziet hij alleen maar padden. Hij werd bedrogen. En nu is goede raad duur. Hij gaat terug naar de tovenaar, die hem zegt dat verandering alleen vanuit hemzelf kan komen, niemand gaat het in zijn plaats doen. Met genoeg zelfvertrouwen komt hij er wel! Natuurlijk geeft de tovenaar hem een duwtje in de rug. En zo loopt alles toch nog goed af! In haar praktijk als voetreflexologe, herboriste en relaxatietherapeute heeft de auteur heel wat contact met jongeren met problemen allerhande. Tijdens deze sessies ontstonden verhalen met een "diepe moraal die ieder van ons kan boeien". 'De kok die niet koken kon' is zo’n verhaal. De auteur wil ons leren dat we in ons zelf moeten geloven. Want alleen dan zal de wereld ook in ons geloven. Een verhaal met een moraal dus, die er in dit verhaal nog dikker opligt dan in de andere verhalen uit de reeks, én die, mocht je hem op het einde nog niet begrepen hebben, ook nog eens expliciet verwoord wordt. Kortom, dit is een flauw, melig, clichématig en voorspelbaar sprookje zoals er dertien in een dozijn gaan. En dat geldt ook voor de illustraties.