Dertien rennende hertjes

‘Dertien rennende hertjes’ van Edward van de Vendel en Mattias de Leeuw is een klein meesterwerk. Zelden vulden auteur en illustrator elkaar zo mooi aan als in deze beeldroman. Het is een prachtig boek dat jong en oud kan betoveren en meevoeren in een ongekende fantasiewereld.
‘Dertien rennende hertjes’ is een leesboek, maar ook een prentenboek. De prenten ondersteunen het verhaal, dat is geschreven in korte zinnen. Toch vraagt het voor beginnende lezers een inspanning om door te bijten en te blijven lezen omdat er soms wel moeilijke beeldspraak en inhoudelijke passages in voorkomen. Een voorbeeld:
"Raf keek zoals hij heel vaak keek.
Met vonken in zijn ogen.
Papa noemde het Rafs ‘korte lontje’.
Zijn hersens vlogen soms zomaar in brand.
Aan zijn gezicht zag je dan
Dat er daarbinnen iets aangestoken was.
Klappertjes.
Of een bommetje."
Door het unieke concept van deze beeldroman worden jonge lezers gestimuleerd om verder te lezen. Soms staan er wel negen kleine tekeningetjes op een dubbele bladzijde, die de zinnen bijna stuk voor stuk ondersteunen. Soms worden we getrakteerd op een wasco-achtige, dromerige en paginavullende prent. “Dit boek moet lezen als een film”, zei Mattias de Leeuw in een auteurslezing en niets is minder waar. Door de knappe spanningsboog moet het boek uit, en liefst zo snel mogelijk. Het boek is ook zeer goed voorleesbaar.
Het thema is gevoelig en niet eenvoudig. Het gaat over de grens tussen magie en werkelijkheid, over verschillen tussen broers en zussen, over verlangen en over opkomen voor jezelf. Dit allemaal tegen de achtergrond van een veranderende gezinssituatie.
‘Dertien rennende hertjes’ is een uitzonderlijk, geheimzinnig boek: een pareltje!