Een kersenboom in je buik

Op een dag eet Djamila kersen met pitten en al op. Papa waarschuwt nog: "Pas op, straks groeit er een kersenboom in je buik!" En geloof het of niet — de volgende ochtend steekt er écht een tak uit Djamila’s mond. Papa en de dokter proberen van alles om de boom weg te krijgen, maar niets helpt. Djamila moet noodgedwongen verder met een boom in haar keel. Dat blijkt allesbehalve handig. Ze heeft voortdurend dorst, ze kan moeilijk praten. De tak kriebelt en schuurt in haar keel, vogels kwetteren luider dan de juf in de klas, en alsof dat nog niet genoeg is, laat één van die brutale vogels een drol recht in haar oog vallen! Zo kan het niet verder. Djamila is het beu. Die boom moet weg, en snel! Maar hoe pak je zoiets aan?

Dit vrolijke prentenboek zit boordevol grappige illustraties. De tekst is mooi verdeeld tussen de illustraties, met voldoende witruimte die voor rust zorgt. Er is veel tekst maar de korte dialogen, vaak in kleur weergegeven, maken het extra leuk voor de voorlezer. Zo kunnen die stukjes met extra intonatie voorgelezen worden en wordt het verhaal nog levendiger gebracht. De fantasie prikkelt de verbeelding van kinderen en zorgt voor extra plezier. Achteraan vind je zelfs nog een lekker recept voor een kersentaart. Een knotsgek verhaal dat je doet giechelen én dat je voor altijd twee keer doet nadenken vooraleer je een kersenpit inslikt.