Een thuis voor muis

Muis kan niet bij haar ouders blijven wonen. Uit veiligheid moet ze naar een andere "thuis" gebracht worden. Terwijl iedereen veilig binnen zit, loopt Muis over de stoep aan de hand van Mevrouw Merel. Elke stap brengt hem verder van het huis waarin hij woont. Muis weet niet waar ze naartoe gaan. Muis weet ook niet of hij weg wil. Maar hij wil ook niet blijven. Muis komt aan bij het huis waar een gele vlinder de deur opent. Er staat een bed klaar voor hem. Maar Muis valt moeilijk in slaap. Wanneer Muis een tijdje bij Vlinder woont, merkt hij dat de gewoontes van de vlinders toch niet zo leuk zijn. Hij zal hier nooit kunnen wennen. Hij contacteert Mevrouw Merel, die hem komt ophalen. Tijdens z'n overplaatsing kan Muis gelukkig ontsnappen. Zo komt hij terecht bij Egel. Maar ook daar is het moeilijk wennen voor Muis. Hij blijft op de dool. Zal hij ooit nog een plek vinden waar hij zich thuis voelt?

De sfeer die wordt neergezet in dit boek, grijpt je direct aan. Muis mist het warme lichaam van zijn broertjes en zusjes om tegenaan te kruipen. Zelfs de boze stem van mama en de strenge handen van papa mist hij. Op die subtiele manier wordt duidelijk gemaakt dat Muis in een pleeggezin woont. Thuis is de situatie niet geschikt voor kinderen, maar Muis voelt zich nergens écht thuis en blijft verloren rondzwerven. Zelfs zijn eigen kleren kan hij in het nieuwe gezin niet dragen. Het is onmogelijk om de pijn van Muis niet te voelen.

De illustraties zijn prachtig. De droefheid en heimwee naar huis van Muis zijn heel herkenbaar getekend. Soms zijn ze donker en versterken de emotionele lading van het verhaal. Als je dit boek samen in de klas leest, kan het een uitstekend gespreksonderwerp zijn over pleegzorg. Naast de inhoud is het boek ook visueel bijzonder stijlvol en gedetailleerd uitgegeven. Het is een leuk formaat met mooie, stevige bladzijden. Een aangenaam boek om voor te lezen.