De dieren in dit boek zijn echt allemaal harde werkers en ze kunnen bovendien een grote machine besturen. Oli-tattoo rijdt rond met een betonwagen, Zoë giraffe heeft een aardappeltruck, de zusjes Vaalgier zijn op weg met hun vuilwagen en Cor Capibara is meester van de maaidorsmachine. Verder zijn er nog manenwolf Mats met zijn hoogtewerker, Nooie de neushoorn als shovelmachinist en Poeha de pauw met een oplegger vol nieuwe auto’s. Brilbeer en Lipbeer besturen elk een trekker en Oi, de okapi, zit hoog in een kraan. Bokboy heeft een bulldozer en Koalaatje een grasmaaier. Allemaal rijden ze na werktijd met hun machine naar het jaarlijkse feest, ook Dikdik de dikdik met zijn pletwals en kraanvogel Klara met haar kiepauto. Op dat feest wordt "gedanst en gedronken, geschranst en geschreeuwd. Er wordt gepraat en gepronkt. Totdat iedereen geeuwt". Wanneer alles stil is en iedereen slaapt, gaan de koplampen van de machines aan. Dan is het hun beurt om te feesten! Dit originele verhaal is van Edward van de Vendel. Hij schreef op elke pagina twee vrolijke rijmregels. Liesbeth de Stercke zorgde voor kleurrijke prenten. Voor de illustratrice is dit haar eerste prentenboek, meteen een knap debuut!