Het boze boek

Rood van woede is dit kartonboekje. Om dit helemaal te benadrukken wordt een minimalistische gezichtsuitdrukking gebruikt (ogen, neus en mond). De titel laat niets meer aan het toeval over. Het is bij deze wel duidelijk: het boek is boos!

Het roze muisje heeft het ook opgemerkt. Het neemt de lezer mee in een zeer eenvoudig verhaal. Aan de hand van een (verdoken) stappenplan zegt de muis wat je moet doen als er een boos iemand bij je in de buurt is. Leuk is dat de muis dan zelf ook doet wat hij zegt. Wat er 'echt' gezegd wordt, staat in tekstballonnetjes. De rechterbladzijde is gereserveerd voor de ogen, neus en mond van het boze boek. De linkerbladzijde is voor de 'tips en tricks' van de hulpverlener. Op een zeer minimalistische wijze zie je het boek minder boos worden en uiteindelijk zelfs lachen. De rode, rijpe tomaat veranderde immers in een gele, sappige perzik.

De verschillende stappen die genomen werden zijn: herkennen dat iemand boos is: vragen wat er aan de hand is, tijd geven om tot rust te komen, aftasten of het al mogelijk is om te praten, laten vertellen wat er gebeurd is, troosten en eventueel met een grapje relativeren. Omgaan met boosheid is geen exacte wetenschap. Wat de ene keer helpt om iemand te kalmeren, helpt een andere keer misschien niet. Toch kan ik uit ervaring zeggen dat het stappenplan uit het boek absoluut een goede basis is om een boos iemand tot bedaren te brengen. Vooral de aandacht die er naar het tot rust komen gaat, ervaar ik als positief. Het grapje dat er gemaakt wordt (jij lijkt op een rijpe tomaat), lijkt me misschien wat riskant om na te gaan of er al een mogelijkheid is om te praten. Voor hetzelfde geld gooi je dan wat olie op het vuur.

Met dit eenvoudige kartonboek kan je meerdere kanten uit. Je kan het niet alleen gebruiken om een boos kind tot bedaren te brengen, het boze kind kan het ook zelf lezen of bekijken en het zo gebruiken om tot rust te komen. De herkenning zal er zeker zijn. Pluspunt is de kartonnen versie ... stel dat er uit woede mee gegooid zou worden ... Zowel thuis als op school kan je met het boek aan de slag zonder de belerende toer op te gaan. Jong en oud gaan er zeker wat aan hebben. Niet alle woedeaanvallen zullen ermee opgelost worden, maar het is misschien wel een begin. Het boek wordt aangeraden vanaf twee jaar, maar ik ben er zeker van dat lagereschoolkinderen er ook iets aan kunnen hebben door de kracht van de eenvoudigheid en de herkenbaarheid.