Jaja en Jilla zijn als vluchtelingen uit verschillende landen hier terecht gekomen. Beiden dragen ze een zwaar verleden in hun thuisland met zich mee. Het leven op een middelbare school en het omgaan met de andere leerlingen is dan ook een moeilijke evenwichtsoefening. Jaja en Jilla zijn eerst dan ook geen vrienden maar ze zoeken elkaars gezelschap op om te ontsnappen aan een bende in de school die hen opjaagt en probeert af te persen. Dan krijgt het verhaal plots een dramatische wending: het dode lichaam van één van de bendeleden wordt gevonden in de tuin van de school. Meteen zijn er twee hoofdverdachten: Jaja, de Nigeriaan die geleerd heeft om zijn vuisten te laten spreken en Milosh, de beruchte bendeleider. Het verhaal vervolgt als een rasechte triller; we volgen het politieonderzoek dat het doen en laten van beide hoofdverdachten uitgebreid in beeld brengt. Langzaam maar zeker nadert de ontknoping, na een razend spannend en meeslepend verhaal. Het verhaal is er duidelijk één van deze tijd. Het leven van een allochtone tiener in een Vlaamse school met alle daarbij horende vooroordelen pakt je vanaf de eerste pagina. Jeugdcriminaliteit en druggebruik worden eveneens niet uit de weg gegaan. De auteur Roger H. Schoemans heeft inmiddels een veertigtal jeugdromans op de teller staan, die vaak nauw aansluiten bij de realiteit.