Ik groot jij klein
Vader wezel is op stap met zijn zoontje. Ze doen heel wat samen en hebben de grootste pret. Bij elke actie en bij elke situatie wordt er op een tegenstelling tussen vader en zoon gewezen. Met zonnebril en (reuzen)ijsje op het strand: "ik cool - jij cooler" of op het toilet: "ik wc - jij potje". De 'ik' slaat op de papa en de 'jij' op de kleine. Dat ze dol zijn op elkaar, is overduidelijk.
De prachtige illustraties springen in het oog. Ze zijn op alle vlak super: expressief, origineel, sober, mooie composities. Een pluim voor de illustrator. De summiere tekst is al even sober (twee superkorte zinnetjes per pagina) en rijmt soms. Soms komt die commentaar bij de prenten wat stroef over. Bijvoorbeeld: "ik achter jij voor" (op de slee); na de botsing met een boom: "jij pret ik domoor". Is het aan rijmdwang te wijten of aan een te letterlijke vertaling? Veel meer tekst zal er in het origineel wel niet geweest zijn en dat is jammer.