Kleine Ezel en Sinterklaas

Mamma Ezel wacht met Kleine Ezel en zijn vriendjes Kleine Ibis en Jakkie (een aapje) op de komst van Sinterklaas. Maar het zijn een nepsint en een neppiet die aankloppen. De jonge dieren en de nepsint zijn teleurgesteld. Dan begint het wachten weer. De volgende gasten zijn weer nep, ook Das en Feestvarken worden ontmaskerd. Terwijl de valse sinten en pieten zich te goed doen aan een drankje wachten de kleine dieren angstig af. Mamma Ezel leidt hen af door hen op hun beurt sint en piet te laten spelen: Kleine Ezel is Sinterklaas en de andere twee zijn pieten. Nu schrikken de grote dieren: 'Hoera, daar is de échte Sinterklaas,' roepen ze. Maar de 'echte' Sinterklaas is zijn cadeautjes vergeten. Plots horen ze van buiten een stem: 'Woont hier een lief klein ezeltje?' Als ze naar de deur rennen, staat er een grote zak op de stoep en als je heel goed kijkt zie je in de verte achter de heuvel een rode punthoed verdwijnen.
Ik vond het een flauw afgietsel van het sinterklaasverhaal. Het doet afbreuk aan het echte sinterklaasfeest. Nu kan het best zijn dat Nederlandse kinderen zich in sinterklaas verkleden maar dat gebeurt hier bij mijn weten weinig of niet. Ik begrijp ook niet de meerwaarde om dieren als hoofdpersoon te nemen. Het boekje past wel in de reeks over Kleine Ezel. De echte Sint blijft een mysterie waarvan je alleen een puntje van zijn mijter ziet.
De illustraties zijn soms heel klein en minder duidelijk.