Mijn fijne geluidenboekje

"Nu hoor ik papa.
Hij komt thuis.
Hij rijdt tot bijna
bij ons huis.
Hij is er weer.
Ik ben zijn kind.
Soms word ik blij
van knerpend grind."
Ik vond geen betere manier om te beginnen dan met een citaat uit dit nieuwe rijmpjesboek van Edward van de Vendel. Ein-de-lijk nog eens een boek dat Mies Bouhuys' en Annie MG Schmidts prachtige versjes uitdaagt voor een wedstrijdje om ter vlotst. Het uitgangspunt van het boek zijn geluidjes. Bij het lezen van de titel had ik dus al heel wat ideeën of zelfs vooroordelen tussen mijn oren steken, maar werden die neergehaald! Het boek bevat vijftig versjes, kort en langer, die allemaal draaien rond geluidjes. Maar zelden wordt er gewoon nagebootst, zelden in clichés vervallen. In slechts één of twee versjes laat hij een steekje vallen, waar het ritme een beetje stroef zit. De rest is bruisend ritmisch, beweeglijk en natuurlijk vol geluid! Enkele rijmpjes bevatten zelfs leuke taalkundige vondsten, zoals een tweedehandslied (mama zingt een liedje met de koptelefoon op) en bromtolfabriekje (de brommende poes).
Illustrator Mattias De Leeuw tekende een berenfamilie omheen dit geluidenparadijs die de versjes (zij het nooit letterlijk) verbeeldt. Een goede keuze voor De Leeuw, zo blijkt. Zijn illustraties, die zelden volledig binnen de lijntjes kleuren, zorgen voor nog wat extra pit. Op zich staan de teksten van Van de Vendel ook al sterk, zeer aan te bevelen trouwens voor kinderdagverblijven en kleuterklassen, maar wat is een geluidjesboek zonder leuke, lawaaierige prenten?
Haal de toeters en bellen maar boven, dit boek verdient een plaatsje op de onderste plank van je boekenkast! Lekker bereikbaar voor kinderhandjes.