Naar de top
Mark is twaalf jaar. Hij heeft kanker. Ondanks verschillende kuren lijkt hij niet meer te kunnen genezen. Hij heeft nog één droom: Mount Rainier beklimmen. Toen zijn opa, die bergbeklimmer was, stierf, heeft Mark beloofd dat hij dat zou doen. Maar Mark is geen ervaren bergbeklimmer en is ernstig ziek. Toch vertrekt hij. De enige die het zou kunnen raden is zijn beste vriendin Jessie. Samen met Beau, zijn hond, vertrekt hij, met niet meer dan een oud fototoestel, een aantekenboekje, een rugzak met wat spullen en een handvol geld. Hij loopt weg. Helemaal alleen. Hij kan niet langer wachten. Maar Mark krijgt het behoorlijk moeilijk. Hij heeft het koud, is ziek, wordt afgetuigd, heeft honger ... Toch zet hij door. Voor zijn opa. En om die droom waar te maken. Ondertussen zijn zijn ouders en Jessie vreselijk ongerust. Mark is als vermist opgegeven en het nieuws wordt via de media volop verspreid. Als Mark, na veel obstakels, eindelijk de voet van de berg bereikt, steekt er een storm op. Ook dat kan hem niet tegenhouden. Samen met Beau begint hij aan de totaal onrealistische opgave, de beklimming van de berg. En dan loopt het helemaal mis ...
Het verhaal is opgebouwd in twee soorten hoofdstukken, die elkaar afwisselen. In de langere hoofdstukken, de zogezegde ‘hele’ hoofdstukken, is Mark aan het woord. Bij het begin van elk hoofdstuk zie je een gletsjerspleet, het nummer van het hoofdstuk en hoeveel kilometer Mark nog te gaan heeft. Hij beschrijft wat hij doet, voelt en ziet. Hij maakt foto’s van wat hem aangrijpt en schrijft haiku’s in zijn notitieboekje. De kortere of ‘halve’ hoofdstukken zijn in een ander lettertype gezet en gaan over Jessie. Hier is ook een nummering aanwezig, maar dan telkens met een half verhoogd (bv. hoofdstuk 2 ½). De gletsjerspleet is hier ook aanwezig maar zwart en wit zijn gewisseld. Zij is zelf niet aan het woord, maar we lezen wat zij doet en vooral wat zij voelt. We komen te weten dat ze zeker is van waar Mark zich bevindt, haar twijfels om in te grijpen, haar loyaliteit aan Mark om hun geheim niet te verklappen zodat hij toch zijn droom kan waarmaken en vooral haar verdriet.
Het verhaal gaat niet louter over het weglopen van een zieke jongen en een onverantwoord bergavontuur. Het is een bewustwording die bijna een queeste wordt, een emotioneel soort testament van een jongeling, die boos is op zijn ziekte, die bang is, maar ook dankbaar voor de liefde die hem omringt. Als lezer leef je vanaf het begin mee met Mark. Hij wordt je dierbaar en de auteur weet zijn radeloosheid zo goed te omschrijven dat je vanzelf meegesleurd wordt. Ondanks de tragiek van Marks ziekte, vervalt Dan Gemeinhart nooit in clichés of flauw gebazel. Het verhaal houdt je in zijn greep, is zeer goed opgebouwd en erg beeldend geschreven. Naar het einde toe verhoogt je leesritme ongemerkt: hoe loopt het af met deze jongen en zijn hond? ‘Naar de top’ is een boek van formaat. Een echte aanrader!