Offline

Marco Kunst zet een erg vernunftig toekomstbeeld neer. In het jaar 2046 zijn computers, robots en virtual reality niet meer weg te denken. Iedereen leeft online, alles kan geprint worden, gewassen en dieren worden genetisch aangepast om aan de noden van de mens te voldoen. Tiener Mike woont op een boerderij en staat op het punt te verhuizen naar Nieuw Babylon, de grote stad waar iedereen online is. Zijn ouders kunnen het beheer van de boerderij vanop afstand regelen, de robots voeren alle taken uit. Bovendien is het gevaarlijk zo aan de rand van het bos: de wolven worden alsmaar brutaler en de inwoners van Adelaar brengen Mike op vreemde ideeën. Adelaar is de woonplaats van een kleine groep mensen die zich verzetten tegen alle moderne technieken. Mike vindt Adelaar best wel oké. Alles wordt er nog met de hand gedaan, er worden verhalen verteld rond het kampvuur en Demer, Mike's enige vriendin, woont er ook. Hij is een van de weinige mensen van buitenaf die er komt. Het vertrek naar de stad geeft Mike een dubbel gevoel: hij gaat Demer heel erg missen maar tegelijkertijd kijkt hij ook heel hard uit naar die grote spannende stad. Als zijn klasgenoten nu maar meevallen en hij niet uitgelachen wordt omdat hij van het platteland komt. De stad blijkt nog fascinerender dan Mike zich had voorgesteld. De echte wereld en de virtuele wereld zijn twee verschillende plaatsen. Het is ongeloofelijk wat er online allemaal kan. Dan ontmoet Mike een oude man met een pratende hond die hem waarschuwt voor een groot gevaar ...

Het toekomstbeeld dat Kunst neerzet is op het eerste zicht erg cool en zal de jeugdige lezers zeker fascineren. De gevaren die dreigen bij zo'n grote vooruitgang worden echter ook al snel duidelijk en zetten wel aan tot nadenken. Tussen al deze technologische snufjes blijft Mike een gewone jongen. De opwinding bij de verhuis, het verdriet bij het afscheid van Demer, de spanning op zijn eerste schooldag. Je leeft als lezer met hem mee. Kunst beschrijft de toekomstige stad uitgebreid. Je wandelt zo met Mike mee door de stad. Ter ondersteuning zijn er nog de illlustraties van Yannick Pelegrin in zachte, dromerige kleuren die het geheel ook visueel wat opvrolijken. Het tempo van het verhaal ligt redelijk hoog. Het is een heel avontuur in slechts 144 bladzijden. Het boek leest vlot en voor je 't weet zit je midden in de spanning. Neerleggen wodt dan nog moeilijk. De combinatie van een spannend verhaal met een hoog tempo, de helwitte pagina's, de relatief grote druk en de vele illustraties maken Offline een erg toegankelijk boek, ook voor de minder gemotiveerde lezer.

Een fijn boek om even mee weg te dromen. Dat kan nog lekker offline.