Pas op voor die koe!

Het duo Carlo Peeters en Susanne Kolster brachten met Pas op voor die koe! een eerste boek uit in de reeks Leren lezen met boer Gijs. In december 2021 kwam er al een tweede boek in de reeks uit dat net zoals dit eerste boek bedoeld is voor jonge lezers die 6 à 8 maand leesonderwijs kregen. Het boek is dan ook geschreven op AVI-niveau M3 en bevat dus voornamelijk klankzuivere éénlettegrepige woorden en korte zinnen zonder hoofdletters. Het lettertype is schreefloos waardoor het inderdaad een geschikt boek is voor het doelpubliek: beginnende lezertjes. De reeks Leren lezen met boer Gijs bevat boeken die niet alleen een verhaal bevatten, maar ook voorzien zijn van lees- en telspelletjes en een kort stripverhaal. 

Hoewel het uitdagend kan zijn om het verhalende aspect in teksten op AVI-niveau M3 hoog te houden, is Carlo Peeters hier goed in geslaagd. Pas op voor die koe! is een boeiend verhaal met grappige en verrassende elementen. Zoals in de meeste boekjes voor beginnende lezers komen er af en toe woorden voor die weinigzeggend zijn voor kinderen van zes jaar, maar moeilijk vervangen kunnen worden door de richtlijnen die verbonden zijn aan AVI M3: 'stug' in plaats van 'koppig' of 'drek' in plaats van 'modder'. Het verdient dus de aandacht van de leerkracht of ouder om dergelijke woorden samen met het kind te verklaren. Misschien kon het begrip van deze woorden ook in een spelletje gegoten worden?

De lees- en telspelletjes die zijn opgenomen in het boek zijn gedifferentieerd volgens moeilijkheid, gaande van 1 klaverblad voor makkelijke oefeningen tot 3 klaverbladen voor moeilijke oefeningen. Inhoudelijk zijn de spelletjes niet allemaal even sterk. Zo zit er een spelletje bij rond het aanvullen van een zin en is het doelwoord 'tractor', wat best moeilijk is om te spellen voor de zwakkere lezer op AVI M3. De telspelletjes heben weinig toegevoegde waarde en leiden de lezers vooral af van het verhaal.

Pas op voor die koe! bevat een fijn verhaal om het leesplezier bij jonge lezers te verhogen en verdient zeker een plekje in de boekenkast van het eerste leerjaar. Voor sterkere lezers kan het doe-aspect van het boek zeker een toegevoegde waarde hebben maar het is zeker geen must om met het boek aan de slag te gaan.