Pien en de spoken

Je zou kunnen stellen dat er iemand heel goed naar Pippi Langkous heeft gekeken: het kleurgebruik op de cover, de belettering van de naam Pien, de witte pony - toegegeven, Pippi heeft een paard, maar toch ... - en een achterflap die meldt dat Pien superstoer is en dol op avontuur. Het lijkt wel een heel goedkoop doorslagje van onze heldin Pippi. Hoeft het gezegd dat ik met een zeer kritische ingesteldheid aan dit boek begon? Zoals gemeld, gaat Pien graag op avontuur, het liefst samen met haar moeder. Maar op een dag blijft mama in bed liggen. Pien gaat bij haar zussen en haar vader te rade en ontdekt zo dat haar mama lijdt aan een depressie. Wat kan ze doen om mama te helpen? Op haar eigen kinderlijke manier bezorgt ze mama alvast weer een sprankeltje levensvreugde.
Als middel om depressies aan jonge kinderen uit te leggen op hun niveau, is dit boek zeker geslaagd. Er worden geen belachelijk eenvoudige oplossingen aangedragen, want ondanks de sprookjesachtige setting is het verhaal, net als in het echte leven, niet altijd een sprookje waarin je met een toverstaf alles weer in orde kan maken.
Blijkbaar is de schrijfster zelf ervaringsdeskundige en schreef ze enkele volwassenenboeken over haar depressies en opnames in een psychiatrische instelling. Dat ze erin geslaagd is om dit lastige onderwerp voor kinderen bespreekbaar te maken, is bewonderenswaardig. Daarbij bevatten de tekeningen geregeld humor of drukken ze een bepaald gevoel sterk uit, al is de auteur nu niet meteen begenadigd met het grootste tekentalent. Kijk bovendien naar de eerste tekeningen in het boek en daar overvalt het Pippi-plagiaatmonster je weer! Die overduidelijke inspiratiebron én de ietwat vlakke tekst doen afbreuk aan het interessante en moeilijke onderwerp waar Van der Meer zich over heeft gebogen. Jammer.