Ruby Rood

Dit boek gaat over Zuid-Afrika op het hoogtepunt van de apartheid in 1976 en over de opstand van de scholieren in Soweto, een zwart township bij Johannesburg. De hoofdpersoon Ruby Winters is zeventien jaar, blank, dochter van een geslaagde kunstgaleriehoudster en een mensenrechtenadvocaat. Ruby gaat naar een blanke privéschool. Ze is klasafgevaardigde en zit in haar laatste studiejaar. Op school is Ruby populair maar ze moet er voor zorgen dat er geen vrienden bij haar thuis komen want haar ouders zijn blanke ANC-leden. In hun huis vinden er illegale vergaderingen plaats en ze huisvesten een veelbelovende zwarte kunstenaar. Allemaal dingen die streng bestraft kunnen worden. Die situatie maakt Ruby vroegrijp. Als ze weigert op de avances van een rijke klasgenoot in te gaan, zorgt die er voor dat ze in mum van tijd een outcast wordt in de klas. Haar moeder plant een tentoonstelling met schilderijen van Julian Mambasa. De plannen moeten geheim blijven en de vernissage zal om middernacht plaatsvinden. Ruby heeft een heel hechte band met Julian wiens schilderijen een aanklacht zijn tegen de onrechtvaardigheid. Er is in Zuid-Afrika niet alleen de tegenstelling tussen blank en zwart, er is ook een scherpe rivaliteit tussen de Afrikaners en de Engels sprekende blanken. Hun kinderen gaan naar aparte blanke scholen. De Engelstaligen zijn meestal liberaler en toleranter. De Afrikaners zijn voorstanders van de apartheid. Hun taal is de taal van de regering, ook de politie en veiligheidsdienst bestaat meestal uit mensen van die groep. De Afrikaners zijn dan ook meer gehaat door de zwarten. Ruby heeft het 'ongeluk' om verliefd te worden op een Afrikaner jongen. Johann en zijn zus zijn het levende bewijs dat je niet mag veralgemenen: ook zij zijn, in tegenstelling tot hun vader, voor gelijkberechtiging van zwart en blank. Dan breken de scholierenrellen uit in Soweto. De schoolkinderen protesteren tegen de wet die het Afrikaans wil opleggen als onderwijstaal in zwarte scholen. Er wordt geschoten en er vallen doden. Dat is aanleiding voor het ANC om tot gewapend verzet over te gaan. Via haar vriend verneemt Ruby dat er een aanslag op haar vader beraamd wordt. Ze slagen erin te ontkomen. Dit boek zou beter tot zijn recht komen als het als historische roman gepresenteerd werd. De auteur is te polemisch, gevoelens en mijmeringen krijgen te veel aandacht tegen de achtergrond van een historische gebeurtenis. Het nodeloos getheoretiseer heeft veel van woordenkramerij, bijvoorbeeld: "toen ik daar zo lag ... besefte ik dat het leven uit bitter en zoet bestond: goed en slecht, zowel volmaakt als onvolmaakt, en dat het er voor ons om ging om aan beide uiteinden van het spectrum te kunnen overleven en te gedijen. Binnen in mij begon iets vorm te krijgen; vervolgens zonk het als een loden gewicht en bleef zinken, tot het op mijn oceaanbodem tot rust kwam ..." Dit is gewichtigdoenerij die niets aan het verhaal toevoegt. Wat wel goed is aan dit boek, is dat het ook over tegenstellingen binnen de blanke gemeenschap gaat.