Sebastiaan Tok en het kasteel van Lamooste

Sebastiaans moeder, een operazangeres met naam en faam, erft een fortuin en vindt vervolgens dat er een stulpje gekocht moet worden dat overeenstemt met haar status. Aldus verhuizen pa, ma en Sebastiaan naar een oud kasteel, waarvan de eigenaar spoorloos verdwenen lijkt. Een pinnige huishoudster en een albegrijpende tuinman zijn bij de koop inbegrepen. Ook Sir Tabby, een bizarre kater die beschilderde muizen neerploft voor de kamer van Sebastiaan én kunstschilder is, behoort bij de inboedel van het kasteel. Voeg er dan nog een geheimzinnige kast bij met gesculptuurde slangen en krokodillen aan toe en we hebben de ingrediënten voor een verhaal dat balanceert op de grens van geloofwaardigheid. De kast wordt namelijk bewoond door het bizarre figuurtje Wadde, die verantwoordelijk is voor een aantal fratsen waar Sebastiaan de schuld van krijgt. Sebastiaan wordt door niemand geloofd, behalve door Antonius Wijsglas, de vorige eigenaar van de kast. Alle anderen, het chatvriendinnetje van Sebastiaan incluis, verdenken hem van een ongebreidelde fantasie. Rond Iris, dat chatvriendinnetje, wordt in het begin van het boek ook een hoop geheimzinnigheid opgebouwd, tot blijkt dat zij in de klas zit waarin Sebastiaan terechtkomt na de verhuizing en zij haar handicap – ze zit in een rolstoel – als chatter verborgen kon houden. Het boek wil realistische gebeurtenissen mixen met een fantasieverhaal, maar heeft daar geen goed evenwicht in gevonden. Er wringt iets. Dat de slangen en krokodillen op de kast tot leven kwamen, tot daar gingen we mee, maar de verhaallijn over Wadde en zijn parallelle wereld vonden we er ietwat bijgesleurd en lichtjes ongeloofwaardig. Uiteraard mag en kan in fantasieverhalen alles, maar hier werkt de combinatie niet echt. Bovendien worden niet alle verhaallijnen opgehelderd. Waarom is die huishoudster zo gruwelijk onsympathiek? Waarom is de baron verdwenen? Alles wijst erop dat Sebastiaan nog niet zijn laatste avontuur in het kasteel van Lamooste beleefd heeft. Het niet echt flitsende tempo van het boek zal sommige lezers ook tegenstaan. De anderen wacht een doorsnee avonturenverhaal, want originele elementen heb ik niet echt ontdekt, integendeel. Klassieke, soms zelfs cliché-ingrediënten worden met een eigen sausje overgoten, maar zijn nog steeds herkenbaar. Afwezige ouders, onbetrouwbare sujets, een wereld naast de onze, dieren met verstand etc. We hebben het al origineler gebracht geweten.