Stanneke sneeuwmanneke. Misschien kunnen we delen
'Stanneke sneeuwmanneke. Misschien kunnen we delen' is het tweede boek dat Guido Van Genechten schrijft over Stanneke. In dit winterse prentenboek komt er op een dag een vreemdeling in Vriesland aan. Dimitri - hij komt uit het oosten - is verdrietig omdat hij onderweg zijn muts is kwijtgeraakt. Stanneke wil zijn muts wel voor een paar dagen aan hem uitlenen, maar hij krijgt hem niet meer terug. Samen met Alfred, een oude wijze sneeuwman, zoekt Stanneke naar een oplossing. Alle sneeuwmannen worden samen geroepen en er wordt besloten om te delen. Ieder zal op zijn beurt even zijn muts afstaan.
Guido van Genechten schrijft met dit boek een erg belerend betoog dat bovendien nogal dubbelzinnig gelezen kan worden. Het is immers de schuld van “de vreemdeling” dat er problemen komen in Vriesland. Eén van de sneeuwmannen stelt voor om de vreemdeling te laten terugkeren naar zijn eigen land omdat hij de muts niet wil terug geven. Ook de andere 'oplossingen' van de sneeuwmannen bevallen Alfred niet, tot Stanneke voorstelt om te delen. Het effect van het delen wordt ook onduidelijk beschreven. Alfred die het goede voorbeeld geeft, voelt zich “zalig” en “opgelucht” omdat hij kan delen. Waarom voelt hij zich opgelucht? En wat is zalig? Waarom voelt het goed om te delen? Dit zijn allemaal vragen waarmee een kleuter waarschijnlijk nog zal blijven zitten na het voorlezen van dit boek als er geen volwassene is die zorgt voor een korte nabespreking. Ook vragen als "vinden kleuters het eerlijk wat Dimitri doet?" en afspraken over "delen", "woord houden" en "afspraak is afspraak" kunnen hierin aan bod komen.
De prenten zijn knus en winters van sfeer en geven goed aan wat er gebeurt in het verhaal. Dit maakt het wel gemakkelijker voor de kleinsten om het verhaal te volgen, maar verder is er niet veel speciaals aan. Kortom: over de ganse lijn valt het boek wat tegen.