SuperSint
Marie is gek op strips over superhelden, er staan er dan ook heel wat op haar verlanglijst voor Sinterklaas. Wanneer ze met haar papa de hond uitlaat in het park, ontmoet ze een oude man op een bankje die haar vertelt wat een superheld Sinterklaas wel is. De man bewijst het niet alleen met verhalen, maar ook in de praktijk.
De twee laatste bladzijden verklaren waarom dit prentenboek opgebouwd is zoals het is. De hond heet niet zomaar Odin, hier wordt de parallel getrokken tussen deze oppergod en Sinterklaas. Ook het beeldje van een achtbenig paard in het interieur staat er niet toevallig, het gaat om een afbeelding van Sleipnir, het paard van Odin. De verhalen die de oude man, Sinterklaas zelf dus, vertelt, zijn ook niet lukraak gekozen. Ze verwijzen naar Sinterklaas als beschermer van zeelieden, vissers en botenbouwers. Interessant allemaal voor de voorlezer, maar wellicht wel wat boven het hoofd van de vijfjarige. Voor hen blijft het wel een aardig verhaal dat de brug slaat tussen enerzijds oude verhalen en legenden en anderzijds hedendaagse superhelden.
De tekst laat zich lekker voorlezen door het swingende rijm. Ook in de illustraties voel je duidelijk het contrast tussen oud en nieuw.