Tien overheerlijke juffen en meesters
De titel doelt duidelijk op het herkenbare aftelrijmpje waar je start met 10 van wat dan ook, en er telkens eentje afvalt op geheimzinnige wijze. Dat is ook exact wat er in dit prentenboek gebeurt. Na een drukke dag missen tien juffen en meesters de bus. En ze gaan door het donkere bos (waar geen monsters zitten) naar huis. Maar natuurlijk zitten er wel monsters – en op verschillende plaatsen lukt het hen om telkens één van die overheerlijke juffen of meesters op te slokken. Tot er maar één juf meer overblijft. Zo’n stoere kleuterjuf, die maar al te goed weet hoe je stoute monsters moet temmen. Zij maakt in een handomdraai van de stoute monsters een brave monsterklas.
Het verhaal is zoals eerder gezegd wat voorspelbaar, maar dat wil vaak niet zeggen dat kleuters het niet fijn vinden. De tekst is op rijm geschreven, waardoor deze soms wel wat geforceerd overkomt. En met zinnen als “red het vege lijf” denk ik niet dat kleuters je begrijpend zullen aankijken. Maar hier kan je wel zelf snel een draai aan geven. De illustraties zijn fel en paginagroot. Wel mist er wat diepte in de prenten. Een fijn detail dan weer is dat de juffen en meesters lekker divers zijn samengesteld. Zonder dat dit als meerwaarde wordt genoemd in het boek, maar gewoon omdat het zo is.