Toen de zee stil was

Dit prachtig geïllustreerde verhaal begint ook sterk en zelfs een beetje onheilspellend: "Er was iets niet. De mensen voelden het meteen. Je kon het niet pakken en je kon het niet zien. Maar het kroop in je oren, drukte op je ogen en maakte de lucht heel dik." Iets dat er niet was, had de mensen gewekt: "Stilte had hen wakker gemaakt." Als alle vertrouwde geluiden wegvallen, dan ga je vanzelf beter luisteren. En wat doe je dan als ook de zee stil valt? De zee die dag en nacht, altijd dus, beweegt? "Altijd, dat was nooit niet." Bij ongewone gebeurtenissen hebben mensen de neiging om samen te drommen en dat gebeurt ook nu. In eerste instantie zijn ze verstomd, tot "Een kind vliegerde een vraag de hoogte in." En dan beginnen de mensen te speculeren over oplossingen: de zee wekken met lawaai, met z'n allen in de zee spelen, een feest geven voor de zee. Elke poging mislukt en eindigt met hetzelfde refrein: "En daar lag de zee. Doodstil en rimpelloos." Maar dan komt de wind en met de beweging van het water komen ook de geluiden weer. En op de illustratie zie je hoopvol een fles met een brief komen aandrijven. Het verhaal eindigt even poëtisch als het begon.
Dit is een boek dat je beroert. Het taalgebruik is subliem, ritmisch, werkt met tegenstellingen. Het vraagt erom voorgelezen te worden, want de woorden geven soms echt de geluiden, die er niet zijn weer, bijvoorbeeld: "Het schuim siste onvermoeibaar uit op het zand." Je kan ook doorbomen op dit verhaal met de vraag: Wat als ... Dit is echt een verhaal voor fijnproevers!