Dit is het verhaal van Bob de superhond die een dief probeert te klissen, maar jammer genoeg niet de eer krijgt die hem toekomt. Er is namelijk altijd een spelbreker in de buurt. De ene keer is het Dominee kater, de andere keer is het Doortje Dwergpoedel en dan is er nog Nero Buldog. Elke keer strooien ze roet in het eten als hij de boef te pakken wil krijgen. De baasjes van Bob gaan overdag werken en weten niet welke reddende hond ze in huis hebben, want wanneer ze 's avonds moe thuiskomen, ligt hij uit te hijgen in zijn mand.

Dit is een grappig avonturenverhaal, doorspekt met veel humor en acrobatieën van enkele honden en een kat die de buurt veilig willen houden en ongewenste indringers willen weren. De illustraties van Harmen Van Straaten zijn zoals altijd zwierig, kleurrijk en slordig, maar heerlijk om naar te kijken. Ze geven het verhaal een extra plezierige aanblik. Een aanrader om voor te lezen voor kinderen vanaf zes jaar en zelf lezen voor zevenjarigen. De hoofdstukjes zijn niet te lang en het lettertype is mooi en groot.