Waar gaan de dieren naartoe als het regent?

De tweeling Lukas en Marion wonen in een flat in de stad. Op een dag komt hun neef Stef hen halen. Samen gaan ze naar de vijver op zoek naar waterplanten. Onderweg komen ze verschillende dieren tegen en leren ze vanalles over de natuur. Wanneer het begint te regenen, haasten ze zich naar het huisje van hun oma. Marion vraagt zich af waar de dieren naartoe gaan als het regent. Op de tekeningen ontdek je waar sommige dieren zich verstoppen en hoe andere dieren net tevoorschijn komen wanneer de regen uit de lucht valt. Op het einde verschijnt er nog een regenboog.
Aan de hand van een eenvoudig verhaaltje wordt kleuters één en ander over de natuur bijgebracht. Neef Stef geeft op een nogal belerende manier tekst en uitleg. Veel leuker dan het verhaaltje voor te lezen is om aan de hand van de illustraties zelf dingen te ontdekken en erover te vertellen. Op de meeste prenten valt heel wat te zien. Sommige illustraties zijn als schilderijtjes van idyllische  plattelandstafereeltjes en zijn weinig origineel, maar andere prikkelen zeker het voorstellingsvermogen van kinderen zoals de mussen die een stofbad nemen, de insecten die schuilen voor de regen, de boerderijdieren in de regen ... Vooral de kleinere, meer gedetailleerde tekeningen zijn aantrekkelijk. Planten en dieren worden zeer waarheidsgetrouw weergegeven; je kan ze zo op naam brengen: kaardenbol, duizendblad, zwanenbloem, boerenzwaluw, ...
Het geheel oogt heel klassiek en vaak overdreven geromantiseerd, maar correct is de informatie wel. Al kan je je afvragen of het verzamelen van planten en dieren in het wild nog wel verantwoord is in deze tijd...