Wat ik kan

Af en toe heb ik het er moeilijk mee: prachtige prentenboeken die door de recensenten bejubeld worden, maar kinderen absoluut niet aanspreken. Soms lijkt het alsof er buiten die - toegegeven - artistieke pareltjes enkel commerciële rotzooi op de markt wordt gebracht, als we de heren en dames critici moeten geloven. Gelukkig is dat niet het geval en krijg je als recensent - want tot dat ras behoor ik dus ook - geregeld leuke, fijne prentenboeken voorgeschoteld, die een origineel verhaal kunnen vertellen gelardeerd met al even leuke, fijne tekeningen die kinderen kunnen bekoren. Ook 'Wat ik kan' valt in die categorie. Het boek vertelt het verhaal van Daan. Daan kan niet zo goed voetballen als zijn neefje; hij zingt valser dan zijn buurmeisje en maakt meer rekenfouten dan zijn zus. Zijn juf tekent ontzettend veel beter en zijn oom kan heel goed timmeren. Eigenlijk vindt Daan dat hij niets kan en daar wordt hij een beetje triest van. Tot mama zijn pennenvruchten vindt... Dan blijkt dat Daan zijn gevoelens heel mooi op papier kan weergeven. "Hij dribbelt met woorden en laat zinnen zingen", zoals mama het mooi uitdrukt. Zo ontdekt ook Daan zijn hoogstpersoonlijke eigen talent en bedenkt hij dat hij later voor iedereen boeken kan schrijven. Misschien wel een boek dat gaat over ieder zijn talenten en zo eindigt dit verhaal zoals het begint, wat een originele vondst is. Een eenvoudig verhaal dat een thema aanraakt waar heel wat kinderen mee worstelen: onzekerheid, faalangt, niet echt durven geloven in je eigen talenten. De gevoelens spreken voor zich; de tekeningen ondersteunen op gepaste wijze de emoties van Daan. Geen vernieuwende illustraties, misschien niet steeds even sterk, maar daar vraagt dit verhaal ook niet om. Zeer geschikt voor kinderen vanaf vier jaar en zeker ook in de lagereschoolleeftijd. Tegenwoordig is onze maatschappij ook veeleisend voor kinderen en dan is het welgekomen om te laten zien dat onzekerheid een universeel verschijnsel is. Warm aanbevolen.