Dit boek vertelt het verhaal van een meisje zonder ouders dat bij haar vervelende oom en tante woont. Tijdens de kerstvakantie mag ze plots helemaal alleen op reis naar een prachtig hotel in de bergen. Al gauw leert ze er een jongen van haar leeftijd kennen, waar ze zich niet alleen mee amuseert, maar die ook een bondgenoot is in het ontrafelen van het mysterie dat leeft in het hotel. Op een bepaald moment vindt ze een boek in de bibliotheek van het hotel dat ze stiekem meeneemt. Dat is de start van een heus avontuur, waarin ze in de gaten wordt gehouden door twee duistere figuren die in het hotel aankwamen met een doodskist. Ze voelt dat de eigenaar ook iets in zijn schild voert en probeert de magie en de bizarre dromen die ze heeft te begrijpen.

Een detective, een sprookjesboek en een thriller samen in één boek, dat is kort samengevat 'Winterhuis Hotel'. Het is spannend en meeslepend, je wil weten wat er allemaal gebeurt in het Winterhuis. Het lijkt op een sprookje omdat Elisabeth - net als Assepoester - van een ongelukkige plek bij haar tante en oom, plots op vakantie mag naar het idyllisch gelegen hotel Winterhuis en omdat er in dat hotel van alles gebeurt wat pure magie is. Maar door de spanning en de continue dreiging is het weer een thriller. Een detective wordt het ook omdat je absoluut wilt weten welke rol iedereen speelt en wat het uiteindelijke resultaat zal zijn. Het lettertype is vrij groot, vlot te lezen en niet onbelangrijk: er staan regelmatig illustraties doorheen het boek. Ze zijn sober maar in de sfeer van het boek. Op het einde van het boek wordt al vermeld dat er een vervolg is gepland: om naar uit te kijken.