Zij was. Ik Ben

Wanneer Jasper eindelijk het gevoel krijgt thuis te horen in deze wereld en vooral thuis te komen in zijn eigen lichaam krijgt hij een telefoontje van een onbekende die hem verzoekt zijn palliatieve vader bij te staan in de laatste weken van zijn leven. Jasper werd geboren als Janne en door een medische transitie is hij geworden tot wie hij is. Als kind voelde hij zich onveilig thuis. Een autoritaire vader en een ongelukkige moeder die te vroeg stierf. Nu hij eindelijk een beetje rust in zichzelf krijgt, vragen ze hem iets onmogelijk, namelijk zijn vader nabij te zijn die hij eerder haat dan verdraagt. Toch aanvaardt hij de opdracht en komt tijdelijk op de oude en versleten boerderij wonen. Gelukkig zijn er de verpleegkundigen die zijn vader komen verzorgen en is zijn goede vriendin Mia die hem steunt ook aanwezig. Jasper frist het huis op en mijdt zoveel mogelijk het contact met zijn bedlegerige vader die alleen nog kan kijken maar niet spreken. Hij wekt het verwaarloosde huis weer tot leven zodat het een beetje bewoonbaar wordt, en hij laat zijn vader zien hoe hij zijn mama terug laat leven door al haar mooie jurken in de slaapkamer rond te hangen.

Het verhaal is een soort verslag van de laatste weken van de vader van Jasper. Het begint op 11 december en eindigt rond oudjaar, met de sterfdag van zijn vader. Het is in een mooie taal geschreven en laat het onbehagen tussen vader en zoon goed uitkomen. De vader die alleen toekijkt vanuit zijn bed en Jasper die de confrontatie met zijn vader aangaat door hem via de jurken van zijn mama te laten zien hoe hij haar nog erg mist. Aangezien er niet gesproken wordt voel je de spanning tussen die twee des te sterker. Soms is het een beetje onderkoeld geschreven maar toch grijpt het naar de keel. De aanwezigheid van de zorgende verpleegkundigen en de nabijheid van zijn beste vriendin geven hem een zeker houvast. Zo doet hij wat hij moet doen: op zijn manier zijn vader laten zien wie hij geworden is door de sterfkamer letterlijk in een heel mooi 'kleedje' te steken. Het boek eindigt mooi en is ontroerend. Wanneer Jaspers vader gestorven is zegt de verpleegkundige: " 'Ik ga nu je papa wassen. Ga maar even buiten.' Ik schud mijn hoofd. Ik blijf. Ik leun naar buiten. Het sneeuwt."

Dit is een sterk geschreven debuut.