Wat meteen opvalt aan dit boek is de grootte. Waar normale boekjes met eerste woordjes vaak klein en vierkant zijn, is dit een groot rechthoekig boek. De meeste boekjes hebben één woordje per pagina, dit boek heeft er zes tot acht. Om het wel duidelijk en gestructureerd te houden voor onze kleine vriendjes, zijn de tekeningen op een dubbele bladzijde per thema gegroepeerd. De thema’s in dit boek zijn: boerderij, buiten, dieren, thuis, voertuigen, mensen en naar bed. De voorwerpen bevinden zich elk in hun eigen gekleurde kadertje. Het kleurenpalet dat hiervoor gebruikt is, is vrolijk zonder schreeuwerig te zijn.

Maar niet alleen de vormgeving maakt dit boek speciaal. Uniek is de aandacht die in dit simpele boekje gaat naar diversiteit. De ventjes in dit boekje hebben zeer uiteenlopende huidskleuren. Je vindt blanke baby’s en zwarte jongetjes, maar ook alles daartussenin. Bovendien ziet het boek diversiteit niet alleen als een verschil in huidskleur, maar trekt het dit veel breder. Zo staat er bijvoorbeeld een jongen in een rolstoel op de bus te wachten. In de bus zelf zit dan weer een gesluierde vrouw. Ook qua genderdiversiteit scoort het boek door een jongen af te beelden met een roze pet op die speelt met een meisje in een blauw jurkje. Het woord “potje” bij het naar bed gaan even vrolijk als het woord “luier”.

Dat alles zal jouw peuter misschien niet direct opvallen. Onbewust leert die er echter heel wat van. Bewust zal die eerder bezig zijn met de flapjes in dit boek. Er zijn er telkens twee per thema. Jammer dat die zo slecht zichtbaar zijn doordat ze dunner zijn dan de bladzijden waarop dit boek werd gedrukt. Voor kinderen die graag fijnmotorisch bezig zijn, kan het echter een meerwaarde zijn. Voor anderen is het zeker niet storend.