Hoewel hij nog een jaar te jong is, besluit kabouter Pom om ook naar school te gaan. De verhalen van zijn dierenvriendjes maakten hem nieuwsgierig en hij wil wat zij hem vertelden ook zelf ontdekken. Achter de muren van zijn tuin bezoekt hij de Knabbelnootschool waar kleine muizen hun eerste schooldag doorbrengen. Vervolgens neemt hij een kijkje in de Kleinsprong waar konijnen leren lezen, schrijven en tellen en in de Varenrietschool treft hij kunstzinnige kikkers. Jonge vosjes ziet hij sporten in de Foxtrotschool en daarna is het tijd voor de lunch bij de beren in de Honingzoetschool. Zijn namiddagdutje houdt hij bij de luiaards in de Zachtenachtschool. Daarna is het tijd om de natuur te bestuderen met de eekhoorns in de Hogetakschool en van een boek te genieten bij de wolven in de Erwaseensschool. Het eind van de dag beleeft hij samen met de schildpadden in de Tiptopschool en dan is het tijd om huiswaarts te keren met de egels uit de Stikkelsteekschool. Thuis herhaalt hij enthousiast wat hij zag en wat het naar school gaan zo boeiend maakt.

De dieren, die als kleine menselijke wezentjes worden voorgesteld, beleven geen spannende avonturen noch spectaculaire acties. Ze nemen gewoon braaf deel aan het schoolgebeuren. Er wordt niet gehuild en niemand maakt er ruzie. Die benadering sluit goed aan bij de tamelijk naïeve tekenstijl van Marianne Dubuc, die in de eerste plaats vooral rust uitstraalt. Het extragrote formaat biedt ruimte voor vele kleine details en zorgt zo voor een ruim overzicht van alle mogelijke activiteiten. Activiteiten die voor wie pas naar school gaat herkenbaar zijn en voor wie de eerste stap nog moet zetten vooral aantrekkelijk lijken.