Tijdens een wandeling in het bos hoef je niet ver te zoeken naar natuurlijke materialen om te knutselen. Je vindt er het hele jaar door takjes, stenen, bloemen, vruchten, blaadjes en hout in allerlei vormen. Pia Pedevilla, de auteur van dit knutselboek, kreeg tijdens haar vele boswandelingen inspiratie en ideeën om met al die vondsten knappe knutsels te maken. In dit boek staan de leukste projecten die kinderen vanaf acht jaar zowel alleen als samen met anderen kunnen maken, en dat gaat van heel eenvoudig tot iets moeilijker. Eerst volgt wat uitleg over de basisuitrusting die nodig is, wat knutseltips, info over hoe je bloemen en bladeren moet drogen en gezichtjes moet maken en hoe je een kleurrijk natuur-abc knutselt. Die weetjes en vaardigheden komen van pas tijdens het creatief experimenteren met de materialen uit het bos en de natuur. Het boek is verder opgedeeld in vier hoofdstukken: Voorjaar en Pasen, Zomer, Herfst en Halloween, Winter en Kerstmis. De auteur legt alles uit in een duidelijk stappenplan en alle patronen staan achteraan in het boek. Maar er kan evengoed voor een ander materiaal, kleur of patroon gekozen worden. Op die manier wordt het nog een eigen, unieke creatie ook. Voor het maken van de stevige kastanjekerels (zie cover) is wel wat hulp van een volwassene vereist. Wat er hiervoor verder nodig is: een maïskolf met bladeren, kastanjes en kastanjebolsters, kleine appeltjes en rode bessen, en ook nog enkele lucifers, satéprikkers en kleine wiebelogen (die vind je zeker in de hobbywinkel). Dit boek staat niet alleen boordevol tips en ideeën om creatief te zijn, het nodigt kinderen ook uit om hun fantasie te gebruiken en te leren ‘kijken’. Naar een tak, bijvoorbeeld, want vaak zit er een figuurtje in verborgen. Soms is dat een draak, een andere keer een zeepaardje. Dat fantasierijk kijken geeft zeker inspiratie voor urenlang knutselplezier.