21 juli

Tweeënveertig aanslagen werden er tegen Hitler beraamd. Bij de laatste bomaanslag op 20 juli 1944 werd hij lichtgewond. Nog dezelfde dag werd graaf Claus von Stauffenberg opgepakt en terechtgesteld. Zijn broer Berthold werd enkele weken later opgehangen. Alle leden van deze adellijke familie werden in hechtenis genomen.
De schrijfster heeft de naam Stauffenberg vervangen door Von Lautlitz. Ze vertelt de gebeurtenissen vanuit de visie van een verzonnen personage, de veertienjarige Fritzi. Het meisje kan nauwelijks geloven dat haar familie iets te maken heeft met het complot tegen de Führer. In de loop van het verhaal begrijpt ze waarom haar ooms hun daad hebben gesteld. Samen met andere familieleden begint voor Fritzi de odyssee van gevangenis naar concentratiekamp. Op den duur worden ze als gijzelaars behandeld en komen ze terecht bij gevangen buitenlandse politici. Uiteindelijk bereiken enkele overlevenden het familieslot.
Voor dit lijvige boek heeft de schrijfster veel biografieën geraadpleegd en afstammelingen geïnterviewd. In een sobere stijl brengt ze een eresaluut aan de moed en solidariteit binnen deze merkwaardige adellijke familie. Pas vele jaren na de Tweede Wereldoorlog kregen ze eerherstel.
De vertaling is licht germanistisch gekleurd.