Aan de rivier
Losse fragmenten rijgen samen tot een verhaal in dit uitzonderlijke boek. De grens tussen proza en poëzie vervaagt met elke bladzijde die je leest. Dit is proza, gegoten in de vorm van poëzie, die uiteindelijk ook de kleur en klank van poëzie aanneemt. Met een als vanzelfsprekende tederheid vertelt het ik-personage over zijn dorp, het dagelijkse leven in dat dorp, zijn vrienden en zijn familie. En over hoe al die kleine elementjes samen zijn leven vormen, een leven getekend door de nodige tegenslagen. Tegenslagen die alles behalve in de verf worden gezet, maar met een grote portie nuchterheid worden benaderd. Een nuchterheid die ervoor zorgt dat je in plaats van empathie vooral sympathie voor het ik-personage voelt. Vertedering om de alledaagse, kinderlijk jongensachtige dingen die het personages beschrijft met een uitgesproken volwassen wijsheid. Bewondering voor de manier waarop zijn vader niet mee wil varen met de stroom, maar met een verrassende eenvoud zijn eigen waarheid aanhangt. Ingetogen plezier om de soms humoristische gebeurtenissen in het verhaal. Hoe tragisch het verhaal soms ook is, de grenzeloze liefde van een vader voor zijn zonen en omgekeerd, lijkt er steeds een positieve toets aan te geven, zij het met een zweempje weemoed erin. Een echte aanrader!