Aapje Oeps de foutjeskampioen
Dit boek oogt erg chaotisch. De rommelige vormgeving loopt in alles door: de tekenstijl, de lettertypes, de scheve lay-out, het kleurenpalet, de rommelige kamers bij Aapje Oeps thuis, de huizen buiten die geel, blauw, groen zijn ... Maar dat is natuurlijk ook de bedoeling. De stijl past precies bij wie Aapje Oeps is: een chaoot die veel foutjes maakt.
Dat merk je al op de eerste bladzijde van het boek. “Bij Aapje Oeps gaat alles mis, hij kan er niets aan doen. ‘t Begint al als hij wakker wordt, dan plast hij in zijn schoen.” Als volwassene kan je dat een flauw rijmpje vinden, veel kinderen zien de humor er meteen van in. De foutjes van Aapje Oeps zijn zo talrijk en zo fout dat ze vooral grappig zijn. Zelfs onstuimige kleuters zullen voorzichtiger zijn dan Aapje Oeps, waardoor ze smakelijk om de gekke belevenissen van Aapje Oeps kunnen lachen. Het boek sluit ook goed aan bij de leefwereld van een kleuter. Opstaan, tandenpoetsen, iets van een hoge plank willen pakken ... Het kan allemaal fout lopen. Kleuters leren zo hun eigen fouten relativeren. En wat nog beter is: op het einde van het boek lezen we hoe foutjes ook goed kunnen uitpakken. Aapje Oeps wordt een echte held!
Met een paar zinnen per bladzijde en op rijm, weet Jozua Douglas een levendig aapje te creëren dat erop los stuntelt. Heel speels, maar het leert ons tegelijk de belangrijke les dat foutjes niet zo erg zijn.