Acht dagen rotzomer
Elena heeft dikke pech: ze moet verhuizen, weg van haar vriendin Jenny, en dat in de laatste week van de zomervakantie. Haar ouders hebben het zeer druk met het opbouwen van een nieuwe zaak en daardoor wordt Elena gedropt bij een oude tante, in een kleurloos huis. Het afscheid van vriendin Jenny valt Elena zwaar. Ze beloven contact te houden en Elena krijgt een schriftje om haar belevenissen in te noteren. Aan de hand van in-cursief-gedrukte flashbacks zien we herinneringen van Elena met Jenny, waaruit langzaam blijkt dat Jenny niet zo'n loyale vriendin was. Jenny komt haar belofte om op bezoek te komen niet na.
De ouders van Elena zijn superenthousiast over de nieuwe start, vinden alles 'spatleuk' en 'spatinteressant'. Voor Elena hebben ze helaas geen tijd. Jenny komt bij Tante Nannie terecht. Ze hebben een gedeelde interesse: beeldjes verzamelen. Het klikt tussen die twee en Elena wil graag helpen om het walvisbeeldje terug te krijgen dat bij buurman Hans ligt. Er is in de stad ook een probleem met een graffitispuiter, toevallig met dezelfde initialen als de buurman. Elena maakt kennis met Ruben, een buurjongen, die haar zal helpen om haar plan uit te werken. Samen met Ruben ziet Elena de start op een nieuwe school beter zitten.
Elena groeit in het verhaal. Ze wordt zelfstandiger, durft haar mening uiten en voor zichzelf opkomen. Ze voelt zich beter in haar vel, de krabwonden genezen. De vriendschap verlegt zich van Jenny naar Ruben.
Janna De Lathouder, van opleiding regisseur, schreef scenario's voor toneel, enkele prentenboeken en verhalenbundels. Dit boek is haar debuut als jeugdschrijfster.
De cover is kleurrijk, met een glanzende titel en een walvisbeeldje. De titel belooft niet veel goeds. Op de schutbladen zien we verhuisdozen en elk hoofdstuk wordt opgevrolijkt met een kleine tekening die verband houdt met de inhoud. Het verhaal is goed opgebouwd, spannend en filmisch geschreven. 'Druk gepraat schudt me uit mijn gedachten. De ijsjesherinnering vliegt het raam uit.' Er zit humor in de levendige beschrijvingen. 'Alsof het verhuizen van een leven niks anders is dan spullen optillen en ergens anders weer neerzetten.'
Wat wij, als Vlaamse lezers, soms moeilijk vinden is het Nederlandse taalgebruik: banjer, hork, gister, omstebeurt, jullie waren een ijsje halen ... We begrijpen het natuurlijk wel.
Janna de Lathouder zet een veelbelovend debuut neer, je wil het boek in één ruk uitlezen.