Airman

De spectaculaire manier waarop Conor Broekhart op de wereld komt, is een voorafspiegeling van zijn leven. Wanneer een kogel de luchtballon treft waarin kapitein Boekhart en zijn vrouw, de hoogzwangere wetenschapper Catherine, een proefvlucht maken met hun vriend Vigny, komt de bevalling zes weken te vroeg op gang en wordt Conor geboren op de vloer van een mand in vrije val. De jongen groeit op in een idyllische wereld: op een eiland voor de Ierse kust, aan het hof van de rechtschapen koning Nicolaas. Wanneer hij geen kattenkwaad uithaalt met diens dochter, prinses Isabella, volgt Conor les bij Vigny, die hem laat kennismaken met wetenschap en wapens. Twee woorden die zijn leven zullen domineren, in die volgorde van belangrijkheid, want "zelfverdediging was een noodzakelijke vaardigheid, maar de wedloop om de luchtvaart was een wetenschappelijke obsessie." (p. 61). Maarschalk Bonvilain maakt op weerzinwekkende wijze een abrupt einde aan dit leven, en gooit Conor als vijftienjarige jongen in de gevangenis. De mensonterende omstandigheden, de verstikkende arbeid in de diamantmijn, de haat van de bewakers, het brute geweld van de "stormrammen", niets slaagt erin Conor te breken. Met alles wat hij van Vigny geleerd heeft, bereidt hij zich voor op zijn ontsnapping uit deze hel. Vliegen is de enige optie … Duidelijk stof genoeg voor een meeslepend verhaal. Waarin Colfer een zeer sterk hoofdpersonage neerzet, zowel op vlak van karakter als van heroïsche prestaties. Een negentiende-eeuwse hoofse ridder als het ware. Met tegenover hem, in scherpe zwart-wit tegenstelling, de vertegenwoordig van het kwaad: Bonvilain. De naam alleen al! Beide personages zijn zeer goed uitgewerkt. Dat geldt iets minder voor de toch ook wel belangrijke, en soms ook krachtige figuren als de blinde Linus, of Conors moeder Catherine. De gebeurtenissen zijn zeer filmisch beschreven; het zou me trouwens allerminst verbazen als dit boek ooit verfilmd werd.