Aisja

Vijf dagen liep Aisja om bij het paleis van de sultan te komen. Ze wil de sultan spreken. Aisja wacht aan de zijdeur in de muur rond het paleis. Er komt een man naar buiten: een bediende, denkt Aisja. Ze gaat naar hem toe en ze herhaalt dat ze de sultan wil spreken. 'Zijne Hoogheid heeft het paleis verlaten. En wie zegt dat hij tijd heeft voor een simpel meisje als jij?', antwoordt de man. Het bevestigt wat Aisja de mensen onderweg hoorde zeggen en ze vertelt het aan de man. De sultan is uit op macht en rijkdom en omringt zich met raadsheren die precies zeggen wat hij wil horen. Hij is de enige die rijk wordt van het geploeter van zijn onderdanen. De mensen zijn arm en lijden honger. Het volk klaagt maar de sultan doet of hij doof is. Bedelaars, weeskinderen, kreupelen ... de sultan ziet ze niet. De man luistert en zegt dat hij de vraag van Aisja wel wil overbrengen aan de sultan. Dan vertelt Aisja haar verhaal. Vader heeft zich kapotgewerkt in de mijnen, moeder is aangetast door de verf bij het wol verven, de oudste broer en kostwinner is meegenomen door de soldaten om te vechten voor de sultan. Maar eigenlijk komt ze voor haar jongste broer Hafid. Hij is doof en stom maar hij kan bijzonder goed met paarden overweg. En of er geen werk voor hem is als stalknecht bij de sultan? De man geeft Aisja een ring. Die moet Hafid meebrengen als hij naar het paleis komt. Niet lang na dit gesprek worden alle vleiers weggestuurd uit het paleis. De sultan verkoopt al zijn rijkdommen en bouwt scholen en ziekenhuizen. Dit is een realistisch sprookje met een (te) wensvervullend happy end. Het speelt zich af in een niet nader genoemd Arabisch land. De inhoud richt zich tot kinderen vanaf de tweede graad basisonderwijs en nodigt uit tot gesprek. Het is slot is mogelijk te positief maar kan anderzijds aan de kinderen het gevoel geven dat de wereld niet aldoor slecht hoeft te zijn en dat is misschien ook nodig in deze tijd. Het is trouwens een sprookje. De illustraties zijn heel mooi en geven de Arabische sfeer heel goed weer.