Alex en de schat van Dondercruyt

Dit is zo’n boek dat in aanleg alles heeft om een boeiend, lekker weg lezend, spannend avonturenverhaal te zijn, maar ergens onderweg is het toch fout gelopen. Nochtans was het uitgangspunt leuk gevonden. Alex, een ietwat jongensachtig meisje met een eveneens ietwat jongensachtig klinkende naam, woont bij haar oude oom en heeft een wel heel bijzondere meester. Meester Heeschters, want zo heet de brave man, is de laatste afstammeling van de beruchte piraat Dondercruyt. En zoals dat hoort bij piraten, had deze gevaarlijke kaper een schatkaart. Wanneer Alex’ oom vermoord wordt en meester Heeschters ontvoerd wordt, kan Alex niet anders dan in actie komen. Een hoop avonturen wordt haar deel. Dat klinkt dus allemaal behoorlijk meeslepend, maar helaas wordt dat gesmoord in een zekere knulligheid. Denken we bijvoorbeeld aan de benaming van de hoofdstukken. Wat te denken van ‘Het net-niet-eerste hoofdstuk Waarin we het verhaal beginnen’ of ‘Het zesentwintigste hoofstuk, Waarin Alex in de val zit, alweer’? Zo gaat het 44 (!) hoofdstukken door, tot het einde, waarin niets meer te vertellen valt (jawel, zo staat het er letterlijk). Ik heb een dergelijke structuur al wel beter gezien. Ook het rechtstreeks toespreken van de lezer stoort het leesritme bij momenten deerlijk, zodat het boek, dat op de achterflap werd aangekondigd als een opwindend ritje in de achtbaan, mij koud liet. Ik had het kunnen weten: ik ben absoluut geen liefhebber van achtbanen … Dat moge allemaal behoorlijk hard klinken, maar liefhebbers van een lekker dik piratenboek zullen zeker aan hun trekken komen met de belevenissen van de onvervaarde Alex. Licht het anker, zouden we zeggen.