Alex Rider. Ark Angel

Alex Rider ligt in het ziekenhuis te genezen van zijn schotwond waarmee het vorige boek eindigde, wanneer vier mannen binnendringen en proberen zijn buurjongen Paul te ontvoeren. Alex neemt het tegen hen op, met alle gevolgen vandien. Enerzijds is er het viertal dat wraak wil. Anderzijds Pauls vader, de Russische miljardair die een hotel in de ruimte uitbouwt. Uit dankbaarheid nodigt hij Alex uit op zijn domein om een raketlancering bij te wonen en om gezelschap te bieden aan de eenzame zoon. Niets is wat het lijkt, en ook niemand is wie hij lijkt. Als naar goede gewoonte raakt Alex tot over z’n oren betrokken in misdaad, intriges, CIA, en onnoemelijk gevaarlijke situaties. Maar Alex zou natuurlijk niet Alex zijn als hij zich niet ook hier uit redt. Zoals elk deel uit de Alex-Riderserie begint ook 'Ark angel' (voor alle duidelijkheid: een herdruk van 'De val van de aartsengel') ijzersterk: een journalist internationale veiligheid waarschuwt op een congres voor een groep eco-terroristen, notabene in hun opdracht, om vervolgens door hen uit de weg geruimd te worden, op een bijzonder vernuftige manier. Zoals altijd is ook dit boek lezen als kijken naar een meeslepende actiefilm. Al bekroop me naar het einde toe voor het eerst een licht gevoel van overdosis.