Na de huisdieren in het vorige boek, zijn hier elf winterdieren aan de beurt. Bekende zoals het rendier of de ijsbeer, maar ook veel minder voor de hand liggende als de albatros, de narwal of de lemming. Op de rechterkant staat het dier, eenvoudig geïllustreerd tegen een felgekleurde achtergrond. Links telkens een tekst op rijm van acht lijnen die iets vertelt over uiterlijke kenmerken, woonplaats, gedrag en voedingsgewoonte van het dier in kwestie. 

Omdat het hele boek doormidden is gesneden, kan je zowel qua naam als tekst en tekening gekke combinaties maken en zo je eigen dieren tot leven wekken: een pinbeer bijvoorbeeld, of een albawal. En zo kan je, nadat je wat geleerd hebt over winterdieren, je fantasie de vrije loop laten en vooral beginnen spelen met het boek. Volgens de flap zijn er maar liefst 121 combinaties mogelijk. En het is natuurlijk best grappig een orka op poten te zien, of een albatros als viervoeter. In de sympathieke stijl van de Grufallo illustrator Axel Scheffler zijn het zonder uitzondering wezens met een doordringende blik en glimlach rond de mond. De vertaling van Edward van de Vendel staat garant voor een vlotte tekst waarin rijm en groter gezette woorden het voorleesritme bepalen.