Alfa Bravo Charlie

Alle codes, vlaggen en geheimtaal op het water

Met een beetje verbeelding kan je je het wel voorstellen: je bent kapitein op een schip midden in de grote oceaan. Je hebt geen telefoon, of ander vernuftig apparaat om met anderen te communiceren. Beetje akelig, want mogelijk zijn er piratenschepen die jou kunnen beroven, of misschien nadert er een vijandig schip. Wat doe je dan? Panikeren? Maar neen, er bestaan immers vier verschillende nautische talen. De eerste is de seinvlag (duidelijk te zien met een kleine telescoop). Er is ook nog het speciaal radiotelefoniealfabet dat gebruikt wordt door alle NAVO-landen, beter bekend als het NAVO-spellingsalfabet. En als het donker of bewolkt is, en een vlag dus niet of nauwelijks zichtbaar, dan is er nog altijd het morsealfabet. Ten slotte heb je ook nog semafoorseinen.

Zeelieden hebben tegenwoordig modernere middelen om met elkaar te praten. Toch is het nuttig om deze, misschien ouderwetse, manieren te kennen voor het geval die elektronische snufjes het laten afweten. En dat is wat je in dit boek leert: seinen in die vier talen. Eerst volgt een heel duidelijke uitleg over elke taal. Daarna vind je voor elke letter van het alfabet de bijhorende seinvlag, het woord in het (NAVO-)spellingsalfabet, de morsecode en het semafoorsein. Verder krijg je ook nog meer informatie (musea, boeken, websites), staat er een stukje nautische geschiedenis in en een woordenlijst van scheepvaarttermen. Dit boek is smulleesvoer voor alle jonge nieuwsgierigen vanaf tien jaar die houden van codes en geheimtaal (en van boten, natuurlijk).