Alice in Wonderland

Sinds 1865, toen het verhaal voor het eerst verscheen, werden de avonturen van Alice reeds vele malen vertaald en bewerkt. Dit keer mocht Ed Franck de honneurs waarnemen voor Davidsfonds, met illustraties van Rébecca Dautremer.
Ed Franck zegt zelf in een eerder bondig (gezien de aanpassingen die hij werkelijk maakte) nawoord dat hij ernaar streefde om het verhaal waarvan hij zich afvraagt of het wel geschikt is voor de leeftijdsgenoten van Alice, een nieuw leven in te blazen, gericht op de jongeren van vandaag. Hij slaagde in zijn opzet; de tekst is werkelijk frisser en ontdaan van een paar minder actuele weetjes en Victoriaanse elementen.  Ed Franck wijkt soms af van de originele tekst, maar gaat daarin nooit zo ver dat hij in een platte Disney-versie vervalt.
De poëzie van zijn tekst gaat harmonieus samen met de prachtige toverwereld die Rébecca Dautremer schiep. Haar Alice heeft kort zwart haar, zo anders dan de blonde Alice die doorgaans afgebeeld wordt, maar daardoor meer getrouw aan de originele muze van het verhaal: Alice Lidell. Het boek opent ook met een foto van Lewis Carolls vriendinnetje, alsof ze je uitnodigt om mee te lezen. De illustraties zijn groots en krijgen omwille van het grote formaat ook alle ruimte. Dautremer wisselt kleurrijke taferelen af met kleine detailrijke schetsen.
Dit boek heb je niet in één, twee, drie voorgelezen of uitgelezen, maar moet je rustig de aandacht geven die het verdient. De overgave waarmee bewerkt en geïllustreerd werd, vind je helemaal terug in het boek. En al loopt de tekst geen treinvaart, dit boek dompelt je helemaal onder in een wereld waar je met plezier telkens opnieuw in weg zal duiken.