Dit boek bevat tien voorleesverhaaltjes voor plus-vijfjarigen. Het zijn korte fantasieverhalen, met als titel de naam van het hoofdpersonage. Dit zijn wel heel erg ongewone namen. Het maakt de kleuters extra attent. De verhalen zijn heel herkenbaar. Putto wil een feest, met wel 100 versierde taarten. Hij wil die zelf versieren. Maar dat mag niet van zijn papa, de bakker. Daarom kijkt Putto elke nacht door een kier hoe zijn papa taarten bakt en versiert. Wanneer papa op een nacht met zijn handen tussen de ovendeur vast raakt, komt Putto hem redden. Hij weet immers hoe de oven openklikt. Putto werkt de taarten af en verkoopt ze. Hij heeft nu zijn eigen feest. Een ander verhaal gaat over Wadi die zit te dagdromen. Wadi woont in de woestijn. Hij droomt dat hij een zandkasteel is aan zijn droomrivier ... Hij bouwt een boot. Hij zou zo graag naar het einde van de woestijn varen en fruit meebrengen. 's Nachts begint het te regenen en Wadi's boot drijft weg. 's Morgens vindt mama Wadi in zijn boot. De boot staat nu in de andere richting en is volgeladen met fruit. Ze begrijpt er niets van ... De verhaaltjes zijn kort met telkens een paginagrote vertelplaat erbij. De illustraties passen perfect bij het verhaal. Hier is als het ware het hele verhaal op een originele manier voorgesteld. Je vindt er elk detail uit het verhaal in terug, met gevoel voor humor. De taal is begrijpelijk voor een kleuter maar toch ook mooi en beeldend. Elk verhaal neemt de kleuters mee op avontuur in heel diverse werelden. In het slotverhaal worden alle figuren uit de verschillende verhalen op een verrassende manier bij elkaar gebracht. Ook als ouder heb je wat aan dit boek. Afgezien van het voorleesplezier zelf, vind je achteraan nog tien tips over voorlezen. Bijvoorbeeld: creëer een leuke sfeer, laat voelen dat je zelf ook nieuwsgierig bent, las pauzes in... Een verbazend leuk voorleesboek!