Alle verhalen van Beatrix Potter

Dit dikke boek in een box is echt luxueus. Het geeft een chronologisch overzicht van alle verhalen die Beatrix Potter schreef tussen 1902 en 1930. Voor sommige verhalen werden al tekeningen gemaakt op het einde van de negentiende eeuw. Beatrix Potter werd geboren in 1866 in een begoed gezin. Zoals alle meisjes van haar stand kreeg ze een Victoriaanse opvoeding. Deze achtergrond weerspiegelt zich in haar verhalen. Beatrix hield van de natuur en ze maakte gedetailleerde tekeningen en aquarellen. In die natuurtaferelen doken dan figuren op als Pieter Konijn, Benjamin Wollepluis, Poes Mollie, Jozefien Kwebbeleend, Timmie Tuimelaar ... Dieren en mensen lopen in haar verhalen door elkaar heen, praten en handelen met elkaar. Als vrouw moet het niet gemakkelijk geweest zijn om werk gepubliceerd te krijgen. Ze begon dan ook met postkaarten. Later schreef ze verhalen bij de prenten. Het eerste verhaal over Pieter Konijn verscheen in 1902. Wat deze bundel naast de prachtige aquarellen en tekeningen zo interessant maakt, is de intro voor elk verhaal waarin de omstandigheden waaronder het verhaal ontstond en gepubliceerd werd, beschreven worden. Zo waren er beperkingen door commerciële eisen van de boekhandels en de uitgever. Of er waren fatsoenseisen: pissebedden en oorwurmen werden ongeschikt bevonden voor een kinderboek. Meestal schikte Beatrix Potter zich probleemloos naar die eisen. Eén enkele keer zei dat ze er genoeg van had om "brave boeken over aardige luitjes" te schrijven' en dan schreef ze 'Het verhaal van Heer Vos' in 1912, over twee onaangename personen, heer Vos en Dirk Das. Het levert een spannend verhaal op. Er staan heel korte en enkele langere verhalen in deze bundel. Het enige verhaal dat hoofdstukken bevat en dat ook het langste is, is 'Het verhaal van Varkentje Robinson', gepubliceerd in 1930, meteen ook haar laatste werk. Beatrix Potter stierf in 1943 maar in 1922 al maakte ze gewag van gezichtsverlies. Bovendien eiste het werk op haar uitgestrekte landgoederen heel wat van haar tijd. De verhaaltjes zijn naar de normen van onze tijd braaf en burgerlijk. Er zitten ook uitgebreide beschrijvingen in, wat van kinderen toch enige luister- en leeservaring zal vragen. En toch blijft het leuk om over de fratsen van Pieter Konijn te lezen. En de illustraties zijn onovertroffen. Dit boek zal volwassenen misschien nog meer bekoren dan kinderen.