Allemaal onderweg
Reizen … Wij mensen gebruiken hiervoor het vliegtuig, de auto, de trein, ... De dieren in dit prentenboek doen het op eigen kracht en hebben er hun eigen reden(en) voor. Voedsel zoeken, paren, kleintjes krijgen of een combinatie ervan, ... deze vijfentwintig migrerende dieren doen elk hun verhaal over het hoe en waarom van hun reis. Na deze vijfentwintig dieren is de mens aan de beurt. De auteur koos er niet voor om de gekende dieren zoals de ooievaar of de zwaluw beknopt te bespreken. Ze ging de specifiekere toer op en liet bijvoorbeeld de robijnkeelkolibrie, de kousenbandslang en de Noordse stern kort aan het woord. Ideaal voor jonge dierenliefhebbers die wel van een extraatje houden. Elk dier kreeg een dubbele bladzijde toebedeeld. De illustratie neemt het overgrote deel van de plaats in. De tekst is zo opgesteld dat het dier zichzelf lijkt voor te stellen en in enkele zinnen uitlegt wanneer, waarom en waarheen hij reist. De illustraties stralen rust uit en zijn aangenaam om naar te kijken. Ze vullen de tekst prima aan. Er wordt steeds gestart met: “Wij zijn de ...” De naam wordt dan in een groter lettertype gedrukt en aangevuld met een korte en krachtige beschrijving. Rond en tussen de illustraties staat de eenvoudige en duidelijk leesbare tekst. Soms golft hij rond de tekeningen. Specifieke woordenschat wordt zo gebruikt dat je de betekenis uit de context kan afleiden. De tekst heeft een poëtische toets.
Achteraan is er plaats gelaten voor de 'droge' reisfeiten. De dieren worden naar hun manier van reizen ingedeeld in water-, lucht- en landmigraties. Per dier wordt de afgelegde afstand en de migratie (wanneer, waar en waarom) nog eens in paspoortvorm vermeld. Een mooi kijkboek dat dierenliefhebbers zal uitnodigen om verder opzoekingswerk te doen als de interesse gewekt werd.