Alles kan

Van het zusje staat al vast dat ze astronaut wil worden. Maar bij haar broertje gaan de opties voor de toekomst nog alle richtingen uit: van dokter over goochelaar, zeiler, technicus, loodgieter, klusjesman, rechter, muzikant, piloot tot autocoureur. Hij heeft nog geen plan, alles kan.

Voor al die opties transformeert het jongetje zich alvast in zijn beroep, zij het met verkleedkleren en huiselijke attributen. Zo spreekt hij bijvoorbeeld recht over het altijd aanwezige hondje dat met een (gestolen?) kluif voor hem zit, een volwassene met gekruiste armen op de achtergrond. Of zitten alle knuffels op een rij in de wachtzaal van de zogenaamde dokter. Bij elke nieuwe optie stapelen de afgeschreven attributen zich op, waardoor er erg veel te zien en te benoemen is. De wat ouderwetse illustraties voeren sowieso de boventoon, twee lijntjes tekst ondersteunen het verhaal. Het rijm daarvan is nog wel oké, het ritme is mogelijk gesneuveld in de vertaling.