Alles is Leander

Dit boek is gesponsord door Levenslijn en kwam er in samenwerking met Pulderbos, een revalidatiecentrum. Het is het vierde Zebraboek (een boekenreeks voor en over jonge verkeersslachtoffers). Andreas is elf. Zijn broer Leander wordt door een auto van de weg gemaaid en komt met het hoofd tegen een boom terecht. Zwaargewond wordt hij naar het ziekenhuis gebracht, waar hij nog een hele tijd in coma ligt. Nadien volgt er nog een lange revalidatie in Wilgenhof. Mama en papa lijken alleen nog aandacht te hebben voor Leander. Omdat mama bij Leander wil zijn, brengt Andreas zijn kleine zus Briesje de eerste schooldag naar het eerste leerjaar. Hij staat daar tussen allemaal mama's en papa's. Hij moet zijn zusje troosten terwijl hij veel liever bij zijn vrienden zou zijn. Andreas durft zijn gedachten niet uit te spreken uit schrik voor de reactie van zijn ouders. Gelukkig leert hij in het revalidatiecentrum Rebecca kennen. Haar broer ligt ook in Wilgenhof en zal nooit meer kunnen lopen. Zij durft stilletjes zeggen dat ze soms hoopte dat haar broer doodging. Eigenlijk denkt Andreas dat soms ook, maar hij verdringt die gedachte in een diepe put. Andreas heeft het moeilijk met wiskunde op school. Als hij thuis komt met een 'uitstekend' voor vraagstukken, antwoordt mama : "Uitstekend, Andreas, ga eens een pot appelmoes halen uit de kelder." Hij is zo boos dat hij de pot tegen de muur gooit. Later geeft hij toe dat hij de pot appelmoes liet vallen. Zijn mama zegt dat het soms gebeurt dat dingen door je vingers glippen, het overkomt haar soms ook, zegt ze met vochtige ogen. Opeens voelt hij zich een beetje begrepen. Als ze bij Leander zijn, durft hij zelfs vragen of hij ooit weer beter wordt. Mama hoopt het maar durft net als Andreas niet aan later denken. Leander gaat beetje per beetje vooruit en kan zelfs al een weekend mee naar huis. Ze eten appelmoes met aardappelpuree en het vlees erdoor gemengd zodat Leander ook mee kan eten... Het is een boek over hoe broers en zussen zich voelen wanneer hun broertje in coma ligt. In dit boek gaat alle aandacht naar Leander terwijl voor zijn broer en zusje ook niets meer hetzelfde is. Briesje is nog klein en flapt er alles uit wat ze denkt, ook al kwetst het de ouders, maar Andreas van elf kropt zijn gevoelens op. Hij durft niet aan later te denken. Je hebt wel een goed gevoel als het boek uit is. Leander gaat altijd maar vooruit, wat in de realiteit niet altijd het geval is. De broers en zussen worden in de loodzware herstelperiode van het slachtoffer te vaak over het hoofd gezien. Iedereen denkt altijd aan het verongelukte kind. Het boek leest vlot en wordt geïllustreerd door de mooie potloodtekeningen van Marja Meijer. Een boek dat een hulp kan zijn voor de getroffen gezinnen. Ook als je hier niet mee te maken hebt, krijg je als kind meer inzicht in mensen die op de één of andere manier anders zijn.