Op de achterflap wordt dit boek een voorleesboek genoemd. Je kan het wel voorlezen aan de oudste kleuters, maar ik vind het eerder geschikt om in te grasduinen, voor iets grotere kinderen die gefascineerd zijn door het circus en het leven erond. Het boek is opgedeeld in verschillende hoofdstukken die elk een tiental vragen rond dat thema beantwoorden. Er zitten interessante vragen tussen, maar regelmatig merk je dat men zijn best heeft moeten doen om nog een vraag te verzinnen. Vragen zoals 'wat eten acrobaten?' of 'hebben circusartiesten wel eens vrij?' zijn een beetje vergezocht. Verder is de lay-out niet aantrekkelijk: vier verschillende lettertypes, in verschillende kleuren en grootte is een beetje veel voor een blokje tekst van tien zinnen. De tekeningen zijjn louter illustratief zonder een greintje humor. Achteraan het boek vindt men een circuswoordenboek terug, waarin typische circuswoorden worden uitgelegd, met de vermelding hoe je vreemde woorden moet uitspreken. Een index vergemakkelijkt het opzoeken. Als extraatje is er een knutselplaat waarvan je een kijkdoos kunt maken; voor een meerwaarde zorgt dat echter niet.