Als flamingo's op het schoolplein staan
Cam is een zestienjarig meisje met kanker. Na jaren vechten tegen de ziekte krijgt ze van de dokters te horen dat de wetenschap niets meer voor haar kan doen en dat ze enkel nog kan hopen op een wonder. Ze reageert hier vrij cynisch en gelaten op, terwijl haar moeder nog alle mogelijke behandelingen wil uitproberen. Uiteindelijk vertrekt Cam samen met haar mama en haar zusje Penny naar Promise, een mystiek dorp dat genezende krachten zou hebben. Als daar het verhoopte wonder niet zou gebeuren, krijgen ze toch nog de kans om samen een fijne tijd te beleven, ver van alle dagelijkse beslommeringen. Onderweg bezoeken ze hun oma en Lily, Cams vriendin die ook aan terminale kanker lijdt. Samen hebben ze een hele tijd geleden een lijstje opgemaakt van alles wat ze nog willen doen voor ze doodgaan. Aanvankelijk probeert Cam krampachtig deze lijst af te werken, maar geleidelijk aan lijkt dit vanzelf te gebeuren. In Promise voelt Cam zich niet alleen fysiek beter, er gebeuren ook allerlei bijzondere, onverwachte en wonderlijke zaken zoals de zon die opkomt en ondergaat op dezelfde plaats, een nachtelijke regenboog en honderden flamingo's die op het schoolplein staan. Cam probeert deze gebeurtenissen te relativeren en te rationaliseren, tot grote ergernis van haar zus en haar moeder. Geleidelijk aan verzet ze zich minder en laat ze zich meer overspoelen door hetgeen om haar heen gebeurt. Dit geeft haar de kans op verliefd te worden op Asher en zo toch nog een ongelofelijke zomer te beleven.
Het thema terminale kanker wordt op een warme, ontroerende en vaak ook heel humoristische manier gebracht. Het relativeringsvermogen van Cam zorgt ervoor dat de zware momenten luchtiger gemaakt worden voor de lezer. Het spirituele en magische aspect in het verhaal gaat soms zodanig ver en is soms zodanig absurd dat het thema kanker wat op de achtergrond raakt. Dit zorgt er mee voor dat het zeker geen loodzwaar en triestig boek wordt. Ondanks het feit dat Cam terminaal ziek is, kan ze nog vrij normaal leven. Af en toe wordt ze wel eens overvallen door de symptomen van haar ziekte.
Lange tijd heb je het gevoel dat Cam heel eenzaam moet zijn: iedereen rondom haar heeft nog hoop en moed terwijl zij zelf zich inkapselt in haar boosheid en haar verdriet. Iedereen probeert haar er met goede bedoelingen uit te halen maar er wordt niet altijd evenveel begrip getoond voor de manier waarop Cam alles beleeft en aanpakt. Uiteindelijk wordt het voor iedereen gemakkelijker wanneer Cam haar ziekte wat kan loslaten en weer begint te genieten van alles om haar heen en opnieuw zin kan geven aan haar leven. Als lezer word je heel mooi meegenomen in dit aanvaardingsproces.
Het verhaal is vlot geschreven, maar de context waarin Cam leeft, maakt het verhaal soms wat complex. Ze woont met haar familie in Disneyland waar haar beide ouders ook werkten. Haar vader is overleden maar haar moeder heeft een nieuwe vriend. Ze zijn oorspronkelijk afkomstig uit Samoa en doen aan hoeladansen. Hun eigen cultuur komt sterk tot uiting, maar als lezer is het niet altijd gemakkelijk om alles goed te plaatsen. Je kan echter ook probleemloos meegaan in de sfeer zonder dat je alles begrijpt.
De ongewone titel past ongelofelijk goed bij de bijzondere gebeurtenissen en wendingen in het verhaal.