Als ik er ben

Een babytje in de buik (m/v/x) kan niet wachten tot het al geboren is. Het weet al heel goed wat het later wil en zal doen. Als het één wordt, kan het al lopen en een woordje zeggen, en dan gaat het elke dag een ijsje kopen ... Als het twee wordt, zegt het op alles nee. Als het drie wordt, dan eet het taart met een oliepanterpaard in de tuin … En zo droomt de baby verder tot het getal negen. Welk getal daarna komt, weet het niet – en verder dan negen durft het eigenlijk ook niet.

Deze ongeduldige baby met grootse dromen voor het leven is een fijne insteek waarbij ouders vast zullen glimlachen bij de herkenbare situaties. Ja, op tweejarige leeftijd kunnen ze inderdaad bijzonder goed ‘nee’ zeggen, en als achtjarigen kunnen ze echt wel gekke bekken trekken. Dit prentenboek kan ook als telboek of als voorleesboek voor kleine dromers die al groter willen zijn. Toch is het vooral een koesterboek voor aanstaande of prille ouders. Het verhaal is op rijm met een fijne cadans dat goed in de oren ligt. 

Debutante Lies Schroeyen werkt graag met inkt en waterverf. De illustratrice beheerst duidelijk haar technieken, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het eenvoudige maar krachtige beeld van de hoogzwangere moeder. Met slechts enkele snelle lijnen in inkt en een vleugje felrood, weet ze die typische gelukzaligheid van een aanstaande moeder treffend weer te geven. Het kleurenpalet in de paginagrote illustraties is eerder beperkt, met veel roze, rood, oranje en geel. Soms zijn de beelden een letterlijke weergave van de tekst en soms zijn het veeleer associaties. Zo suggereert de cover de idee van de ontdekkingstocht, die ook aan de reis van Nils Holgersson met de ganzen doet denken. 

Dat klinkt allemaal goed. En toch mist het de instant warme gloed die we bij een koesterboek mogen verwachten. De vele witruimte en het spierwitte gezicht van de baby creëren ongewild afstand met de lezer. Ook de kleuren zelf en het lettertype ogen ietwat gereserveerd en koel.